arbeidsbesparend
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·beids·be·spa·rend
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid en besparend met het invoegsel -s-
Bijvoeglijk naamwoord
arbeidsbesparend
- minder menselijke arbeid nodig hebbend
- In A Culture of Growth, ontstaan uit de Schumpeter Lectures die hij in 2010 aan de universiteit van Graz gaf, gaat Mokyr dieper in op het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie en de Verlichting. Terwijl veel economen vooral kijken naar materiële voorwaarden als hoge lonen (die arbeidsbesparende innovaties stimuleerden), grondstoffen uit de koloniën, goedkope energie, en politieke en maatschappelijke instituties die gunstig waren voor ondernemers, richtten ideeënhistorici als Jonathan Israel zich volledig op de baanbrekende ideeën die ontstonden in het brein van een handvol geniale denkers.[1]
Vertalingen
1. minder menselijke arbeid nodig hebbend
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsbesparend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ NRC Rob Hartmans 31 maart 2017