arbeiderskind

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  arbeiderskind    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ar·bei·ders·kind

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  arbeider zn  en  kind zn  met het invoegsel -s- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	arbeiderskind	arbeiderskinderen
verkleinwoord	arbeiderskindje	arbeiderskindjes

Zelfstandig naamwoord

het arbeiderskind o

1. kind uit de arbeidersklasse

   ▸ „Ik leef van de toelage voor raadsleden, als arbeiderskind weet ik hoe ik met weinig geld kan rondkomen. Politiek is voor mij een fulltime baan, de samenleving kan zeven dagen per week 24 uur per dag bij me terecht en dat gebeurt ook.”

   ▸ Taylor ging als arbeiderskind naar het café van Bristow om te darten tegen de grootheid zelf.

Gangbaarheid

• Het woord arbeiderskind staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.