arabist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ara·bist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord arabist arabisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de arabistm

  1. (beroep) wetenschapper die de Arabische taal, cultuur en literatuur bestudeert
    • Met de hulp van een arabist werd het rapport in het Arabisch vertaald. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
64 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be