apprecieer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: apprecieer (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑpreˈʃer / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ap·pre·ci·eer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
appreciëren |
apprecieer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van appreciëren
- Ik apprecieer.
- gebiedende wijs van appreciëren
- Apprecieer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van appreciëren
- Apprecieer je?