appliqueren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: appliqueren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ap·pli·que·ren
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans [1]
Werkwoord
appliqueren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
appliqueren |
appliqueerde |
geappliqueerd |
zwak -d | volledig |
- (textielindustrie) een kledingstuk of stof versieren met zaken die men op het kledingstuk naait
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord appliqueren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.