appenzeller
Uiterlijk
- Geluid: appenzeller (hulp, bestand)
- ap·pen·zel·ler
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | appenzeller | appenzellers |
verkleinwoord | - | - |
de appenzeller m
- bewoner van het Zwitserse kanton Appenzell
stellend | |
---|---|
onverbogen | appenzeller |
verbogen | |
partitief | appenzellers |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord
appenzeller
- van, uit, betreffende het Zwitserse kanton Appenzell
- Het woord appenzeller staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.