appellabel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: appellabel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ap·pel·la·bel
Woordherkomst en -opbouw
- van appelleren
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | appellabel | appellabeler | appellabelst |
| verbogen | appellabele | appellabelere | appellabelste |
| partitief | appellabels | appellabelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
appellabel [1]
- (juridisch) waartegen beroep openstaat
- Een uitkeringsbeschikking is een appellabel besluit, want je kan er mee naar de bestuursrechter.
NB: In het bestuursrecht staat bij beroep ook bezwaar open. In het burgerlijk recht slaat appellabel op het hoger beroep.
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord appellabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.