apoplexie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  apoplexie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• apo·plexie

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beroerte’ voor het eerst aangetroffen in 1553
• uit het Grieks

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	apoplexie	apoplexieën
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de apoplexie v

1. (medisch) hevige bloeduitstorting in de hersenen

Synoniemen

• beroerte

Afgeleide begrippen

• apoplectisch

Vertalingen

    1.   

Spaans: apoplejía (es) v

Gangbaarheid

• Het woord apoplexie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "apoplexie" herkend door:

45 %	van de Nederlanders;
49 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.