apocalyps
Uiterlijk
Niet te verwarren met: Apocalyps |
- apo·ca·lyps
- Van het Oudgriekse ἀποκάλυψις [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | apocalyps | apocalypsen |
verkleinwoord |
de apocalyps v
- (religie) einde van de wereld, zoals beschreven in het Bijbelboek Openbaringen
- De vier ruiters van de apocalyps.
- (figuurlijk) een zeer dramatische gebeurtenis, in het bijzonder een die nog verwacht wordt
- Angst voor een apocalyps.
- (figuurlijk) onthulling, openbaring
1. einde van de wereld, zoals beschreven in het Bijbelboek Openbaringen
- Het woord apocalyps staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "apocalyps" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ apocalyps op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be