apelazerus

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  apelazerus    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈapəˌlazərʏs / (5 lettergrepen)

Woordafbreking

• ape·la·ze·rus

Woordherkomst en -opbouw

• platte uitspraak van apelazarus

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	apelazerus
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het apelazerus o

1. (informeel) in verbindingen met schrikken, lachen, werken, zoeken enz. heel erg hard schrikken, lachen, werken, zoeken enz (zodat je figuurlijk doodgaat zoals Lazarus dood is gegaan)

   ▸ Ype aan zijn kop zeuren, dus die begint er nu ook het apelazerus van te krijgen.

   ▸ Met pingpong kun je het gewoon even proberen. Met roeien moet je je eerst weer een paar jaar lang het apelazerus trainen.

Schrijfwijzen

• apelazarus (uitspraakvariant die etymologisch de voorkeur verdient)

Gangbaarheid

• Het woord 'apelazerus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.