apache

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Apache


Nederlands

aanpak van twee apaches
Uitspraak
Woordafbreking
  • apa·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apache apachen
apaches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de apachem

  1. straatrover die in het begin van de 20ste eeuw actief was in de grote steden (vooral Parijs)
    • Er is mij iets vreeslijks overkomen! Stel je voor, toen ik je gisteren verliet, ben ik, vlak bij huis, in de Avenue Dubouchage door apachen overrompeld! (Louis Couperus, Modern toerisme) [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

91 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen