antropoloog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·tro·po·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antropoloog antropologen
verkleinwoord antropoloogje antropoloogjes

Zelfstandig naamwoord

de antropoloogm

  1. (beroep) een wetenschapper die zich bezighoudt met het bestuderen van het menselijk gedrag
     De veel gepubliceerde bewering dat Homo naledi, een vroegere mensensoort met een klein brein, zijn overledenen begroef en rotskunst maakte, is volgens een groep onderzoekers volledig ongegrond. ‘Er is totaal geen bewijs voor’, zegt archeoloog en antropoloog Michael Petraglia van de Griffith-universiteit in Australië.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. antropoloog op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 december 2023 Weblink bron
    Michael Marshall
    “Begroef de uitgestorven mensachtige Homo naledi zijn overledenen?” (30 november 2023), NewScientist
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be