antitankmijn
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·ti·tank·mijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antitankmijn | antitankmijnen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (militair) landmijn gericht tegen tanks en pantservoertuigen
- ▸ Het politiebureau in Heerlen werd woensdag ontruimd vanwege een bijzondere vondst. Een man kwam op de scooter naar het politiebureau om een antitankmijn af te geven. Hij had het explosief gevonden met een metaaldetector.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord antitankmijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Man brengt antitankmijn naar politiebureau: 'Volgende keer moet ik eerst bellen'” (Donderdag 14 mei 2020, 09:54), NOS