antitankmijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

antitankmijn
Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·tank·mijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antitankmijn antitankmijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de antitankmijnv / m

  1. (militair) landmijn gericht tegen tanks en pantservoertuigen
     Het politiebureau in Heerlen werd woensdag ontruimd vanwege een bijzondere vondst. Een man kwam op de scooter naar het politiebureau om een antitankmijn af te geven. Hij had het explosief gevonden met een metaaldetector.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 maart 2023 Weblink bron “Man brengt antitankmijn naar politiebureau: 'Volgende keer moet ik eerst bellen'” (Donderdag 14 mei 2020, 09:54), NOS