antistoller
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: antistoller (hulp, bestand)
Woordafbreking
- an·ti·stol·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antistoller | antistollers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de antistoller m
- (farmacologie) middel dat de stolling van het bloed remt
- ▸ Deze orale antistollers, zogeheten 'anticoagulantia'(noac's), werden bij hun introductie op de geneesmiddelenmarkt aangeprezen als een goed alternatief voor de oude generatie antistollingspreparaten. Patiënten, zo klonk het lokkertje, zouden nu niet meer voor controle naar de trombosedienst behoeven.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'antistoller' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron RENÉ STEENHORST“Doden door nieuwe bloedverdunners” (Updated 02 mrt. 2015), De Telegraaf