antisemieten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·se·mie·ten

Zelfstandig naamwoord

de antisemietenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord antisemiet
     Wat misschien een beetje vreemd overkwam, omdat er door iedereen zo naar uit was gekeken, zowel door de antisemieten als door de joden zelf.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691