antinazi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

antinazi graffiti
Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·na·zi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord antinazi antinazi's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de antinaziv / m

  1. een tegenstander van het nationaalsocialisme
     Als Deense SS-officier heeft hij meegedaan aan de moord op een krantenuitgever die antinazi was. Duitsland weigert Kam uit te leveren aan Denemarken. Duitsland levert geen Duitse staatsburgers uit.[1]
     In de door Duitse bommen gehavende stad tekende hij politiek geëngageerde strips en schreef voor een ondergrondse krant. Ketelbinkie was zeer antinazi, dat spreekt voor zich.[2]
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

68 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Lijst 'meest gezochte nazi's'” (16-07-2012), Tubantia
  2. Bronlink Weblink bron “Belinda Meuldijk & Lola Brood: op zoek naar spoor vader” (25 feb. 2011), De Telegraaf
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be