antilopen

Niet te verwarren met: Antilopen

Nederlands

Impala (Aepyceros melampus)

Uitspraak

• Geluid:  antilopen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• an·ti·lo·pen

Woordherkomst en -opbouw

•  antilope zn  met de uitgang -n

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		antilopen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de antilopen mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord antilope
2. meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) omvatten verscheidene holhoornige hoefdieren, die voornamelijk in Afrika leven. Enkele soorten leven in Azië

Synoniemen

• antilopes

Hyperoniemen

• [2] holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Verwante begrippen

• bosgeitantilopen, echte antilopen, gaffelantilopen, koeantilopen, paardantilopen
• Bates' dwergantilope, bosgeitantilope, dwergantilope, elandantilope, gaffelantilope, Indische antilope, koeantilope, lichtensteinantilope, lierantilope, mendes-antilope, nijlantilope, Noord-Afrikaanse koe-antilope, paardantilope, reebokantilope, reuzenelandantilope, reuzensabelantilope, roanantilope, sabelantilope, steenbokantilope, Tibetaanse antilope, vierhoornantilope

Afgeleide begrippen

• antilopeachtig, antilopebok, antilopebout, antilopegang, antilopegrondeekhoorn, antilopegrondeekhoorns, antilopehaas, antilopejacht, antilopekangoeroe, antilopekooi, antilopeleer, antilopenbout, antilopespoor, antilopevel, antilopevlees

Gangbaarheid

• Het woord antilopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / antiˈlo:pən /

Woordafbreking

• an·ti·lo·pen

Naar frequentie	57577

Zelfstandig naamwoord

antilopen

1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van antilope