antifrase

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  antifrase    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• an·ti·fra·se

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van frase met het voorvoegsel anti-

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	antifrase	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

antifrase

1. (letterkunde) stijlfiguur waarbij door middel van een woord of zinsdeel iets wordt uitgedrukt waarvan de gevoelswaarde min of meer tegengesteld is aan datgene wat net daarvoor is gezegd, meestal om een ironisch effect te bereiken of als eufemisme

Vertalingen

    1.   

Spaans: antífrasis (es) v

Gangbaarheid

• Het woord 'antifrase' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.