ansjovissen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • an·sjo·vis·sen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ansjovissen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ansjovissenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ansjovis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Engraulidae op Wikispecies van straalvinnige vissen uit de orde van haringachtigen (Clupeiformes op Wikispecies). De bek van deze zilverkleurige roofvissen is voorzien van tanden. Ze voeden zich voornamelijk met vissen. De kleinste soorten zijn gewoonlijk 10 tot 15 cm, terwijl sommige 30 cm lang kunnen worden
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie