anonimiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ano·ni·mi·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
anonimiseren

anonimiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van anonimiseren
    • Ik anonimiseerde. 
    • Jij anonimiseerde. 
    • Hij, zij, het anonimiseerde.