anmält

Uit WikiWoordenboek

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·mält
Naar frequentie 9338

Bijvoeglijk naamwoord

anmält

  1. onbepaald onzijdig enkelvoud stellende trap van anmäld

Werkwoord

anmält

  1. voltooid (verleden) deelwoord supinum bedrijvende vorm van anmäla
Anagrammen