angstbesetzt

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
  • IPA: /ˌaŋstbəˈzɛʦt/
Woordafbreking
  • angst·be·setzt
stellend vergrotend overtreffend
angstbesetzt
-
-
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

angstbesetzt

  1. de in Angst beschrevende gevoelstoestand veroorzakend.
    «Krieg kann man als ein angstbesetztes Thema bezeichnen.»
    Oorlog kan men als een angstaanjagend thema bestempelen.