angiocardiografie
Uiterlijk
- an·gio·car·dio·gra·fie
- afgeleid van cardiografie met het voorvoegsel angio- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | angiocardiografie | |
verkleinwoord |
de angiocardiografie v
- (medisch) het maken van röntgenfoto's van hart en omgeving
1.
- Het woord 'angiocardiografie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.