andragoog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·dra·goog
enkelvoud meervoud
naamwoord andragoog andragogen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de andragoogm

  1. (beroep) iemand die gespecialiseerd is in de opvoeding en vorming van volwassenen
    • Het tekent de verschillende strategieën waarmee mannen en vrouwen een verbroken relatie verwerken. Kort samengevat: vrouwen willen praten, mannen willen chatten. „Mannen zijn geneigd rechtstreeks een oplossing voor het probleem te zoeken”, zegt de Utrechtse andragoog en relatietherapeut Ton van Elst. „Bijvoorbeeld door naar een datingsite te gaan en nieuwe mogelijkheden te bekijken.”[1] 
Synoniemen

Gangbaarheid

60 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC 13 september 2011
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be