anderhalvemetermaatregel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·der·hal·ve·me·ter·maat·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
- * afleiding van maatregel met het voorvoegsel anderhalvemeter-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anderhalvemetermaatregel | anderhalvemetermaatregelen anderhalvemetermaatregels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de anderhalvemetermaatregel m
- (medisch) (juridisch) de verordening dat iedereen een afstand van anderehalvemeter tot elkaar moet bewaren om besmetting te voorkomen
- ▸ Vrijwel iedereen, 99 procent van de deelnemers aan het onderzoek, zegt zich aan de anderhalvemetermaatregel te houden.[1]
- ▸ „Maar de voorzichtige aanpak met beperkte aantallen gasten en de anderhalvemetermaatregelen vragen niet direct om grote aantallen nieuwe werknemers zoals we normaal gesproken in het hoogseizoen zien.”[2]
- ▸ „Donderdag hebben we besloten om dicht te gaan”, zo vertelt eigenaar Roxanne Moison aan Omroep Zeeland. „Het was leuk om iedereen weer te zien en te spreken. Alleen hebben we heel veel moeite gehad met het controleren van de anderhalvemetermaatregelen. Mensen verplaatsen zich constant en vergeten weleens dat we nog in een anderhalvemetersamenleving zitten.”[3]
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'anderhalvemetermaatregel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron MARLOU VISSER“Kappers plaatsen weer voorzichtig vacatures” (13 mei 2020), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron “Kroeg in Goes na drie dagen alweer dicht: ’Veel moeite met controleren’” (8/6/2020), De Telegraaf