anarchist

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ar·chist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord anarchist anarchisten
verkleinwoord anarchistje anarchistjes

Zelfstandig naamwoord

de anarchistm

  1. (politiek) (filosofie) aanhanger van het anarchisme
  2. iemand die zich niet aan de algemeen geldende regels houdt
    • Je kunt hem een excentrieke kunstenaar noemen, een anarchist, een oldskool-bohemien, die begin jaren zestig zijn homoseksualiteit exposeerde, terwijl de Engelse wet het nog verbood. [2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen