amplitudo
Uiterlijk
- am·pli·tu·do
- uit het Latijns [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amplitudo | amplitudo's |
verkleinwoord |
de amplitudo v
- de uitslag van een slinger- of golfbeweging
- Het woord amplitudo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "amplitudo" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ amplitudo op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be