amoretten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • amo·ret·ten
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de amorettenmv

  1. voorstelling van mythologische hulpjes van de god van de liefde (Amor, ook wel Cupido) als blote, mollige kinderen, vaak met pijl en boog
     De elf compartimenten vertonen tezamen een warreling van klassieke goden, godinnen en amoretten in een wolkig zwerk.[2]
      Wij brengen bij de lamp den rijkdom van alle wetenschappen te samen, plunderen het magazijn der fabelleere, spreeken van dieren, dien de minsten gezien hebben, roepen alle Duivels, Geesten, Feën, Sijlphen, Gnomen, Amoretten, Nijmphen en Muzen bij een, en gaan dat geene voorbij, waarmede de Natuur in ons Vaderland pronken kan.[3]
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord amorette (een latere terugvorming die minder gangbaar is)

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. amoretten op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 november 2020 Weblink bron
    Roelof van Gelder
    “Goden en godinnen op eikenhout” (9 september 2003) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 7 november 2020 Weblink bron “Brieven over verscheiden onderwerpen. Deel 6.” (1793), Johannes Allart, Amsterdam, p. 134