amnesie
Uiterlijk
- am·ne·sie
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘geheugenverlies’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- uit het Latijn [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amnesie | amnesieën |
verkleinwoord | amnesietje | amnesietjes |
de amnesie v
- (medisch) geheugenverlies
- ▸ De rechercheur uit Potsdam stak niet onder stoelen of banken dat hij weinig zin had om naar een Berlijns ziekenhuis te rijden om een getuige met retrograde amnesie over een zo onbenullige kwestie te ondervragen.[3]
- ▸ ' Terwijl hij voor de muur van zijn partiële amnesie stond, bedacht Schaller dat Susanne vast en zeker precies de vrouw was die hij graag in dit huis had aangetroffen.[3]
1. geheugenverlies
- Het woord amnesie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "amnesie" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "amnesie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ amnesie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ 3,0 3,1 “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be