Naar inhoud springen

amfibie

Uit WikiWoordenboek
  • am·fi·bie
  • In de betekenis van ‘in water en op land levend dier’ aangetroffen vanaf 1698.[1][2]
  • Leenwoord uit Neolatijn amphibium, gevormd op basis van het Oudgriekse bijvoeglijk naamwoord amphíbios ‘op land en in water levend’, letterlijk ‘in beide levend’, samenstelling uit amphí ‘aan beide kanten’ en bíos ‘leven, levenswijze’.[3]
enkelvoud meervoud
naamwoord amfibie amfibieën
verkleinwoord amfibietje amfibietjes

deamfibiem

  1. (dieren) gewerveld dier dat zijn leven als een soort visje in het water begint en bij het opgroeien van gedaante verandert en op het land komt wonen
    • Een kikker is een van de meest bekende amfibieën. 
  2. amfibievoertuig
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]
enkelvoud meervoud
naamwoord amfibie amfibieë

amfibie m

  1. (amfibieën) amfibie