ambulancemedewerker

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  ambulancemedewerker    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• am·bu·lan·ce·me·de·wer·ker

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  ambulance zn  en  medewerker zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ambulancemedewerker	ambulancemedewerkers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de ambulancemedewerker m

1. (medisch) (beroep) iemand die als bestuurder van of begeleider in een ziekenauto werkt

Synoniemen

• ambulancier

Gangbaarheid

• Het woord ambulancemedewerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.