ambtsopvatting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ambts·op·vat·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ambtsopvatting ambtsopvattingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ambtsopvattingv

  1. de visie die men heeft over hoe men een ambt moet invullen
     Het duidelijkst waarneembaar is de persoonlijke ambtsopvatting van de koning in zijn kersttoespraken. Daarin heeft hij immers meer vrije speelruimte dan anders. Wie zijn vier tot nu toe gehouden kersttoespraken naast elkaar legt, bemerkt dat de koning daarin hamert op de waarde van nationale saamhorigheid, meeleven toont met mensen in de knel en vrijwilligers en mantelzorgers prijst. Toch lijkt de toon van zijn kersttoespraken gaandeweg bezorgder.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 maart 2023 Weblink bron
    Piet van Asseldonk
    “'Kersttoespraken koning lijken gaandeweg bezorgder te worden'” (Zaterdag 23 december 2017, 07:14), NOS