ambivalent
Uiterlijk
- Geluid: ambivalent (hulp, bestand)
- am·bi·va·lent
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘twee waarden hebbend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1934 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ambivalent | ambivalenter | ambivalentst |
verbogen | ambivalente | ambivalentere | ambivalentste |
partitief | ambivalents | ambivalenters | - |
ambivalent
- op hetzelfde moment twee verschillende, meestal positieve en negatieve gevoelens hebbend
- Het dier vertoont ambivalent gedrag.
- Zij had ambivalente gevoelens bij haar nieuwe vriendje.
- ▸ Ambivalentie Om het met het lievelingswoord van de radelozen te zeggen: Mia's verhouding tot Kramer is ambivalent.[2]
- ▸ Meestal hadden we ambivalente, min of meer misselijkmakende gesprekken over dat we hoopten dat we geen afschuwelijke vergissing hadden begaan.[3]
- ▸ In zijn boek The Location of Culture (1994) bespreekt Bhabha het intrinsiek ambivalente karakter van de postkoloniale ervaring.[4]
1. op hetzelfde moment twee verschillende, meestal positieve en negatieve, waardes hebbend
- Het woord ambivalent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ambivalent" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ambivalent" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Corps delcti” (2009), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789041417480
- ↑ Strayed, Cherl“Schitterende kleine dingen” (2021), Thomas Rap , ISBN 9789400408784
- ↑ Babette Hellemans“Cultuur” (2014), Amsterdam University Press , ISBN 9789089646040
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /ambivaˈlɛnt/
- am·bi·va·lent
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
ambivalent |
ambivalenter |
am ambivalentesten |
alle verbuigingsvormen |
ambivalent
- Geluid: ambivalent (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /æmˈbɪvələnt/
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
ambivalent | more ambivalent | most ambivalent |
ambivalent
- IPA: /ɑ̃bivalɑ̃/
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | ambivalent | ambivalents |
vrouwelijk | ambivalente | ambivalentes |
ambivalent
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 93 %
- Prevalentie Vlaanderen 86 %
- Woorden in het Duits
- Woorden in het Duits van lengte 10
- Woorden in het Duits met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Duits
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 10
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Engels
- Woorden in het Frans
- Woorden in het Frans van lengte 10
- Woorden in het Frans met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Frans