ambactus

Uit WikiWoordenboek

Latijn

Woordherkomst en -opbouw

Van het Gallisch ambaxtos (vazal, dienaar van hoge rang), van het Proto-Keltisch *ambaxtos (dienaar), van het Proto-Indo-Europees *h₂mbʰi-h₂eǵ- (rondheenrijden), van *h₂mbʰi- (rondheen) + *h₂eǵ- (rijden). Zie het Latijnse ambigō.

Zelfstandig naamwoord

ambactus m

  1. dienstman, vazal
Verbuiging


Verwijzingen

  • s.v. ambactus, in
    J.B. Kan - H.P. Schröder
    (ed.), Latijnsch-Nederlandsch Woordenboek, Utrecht, 1864, p. 31.