amaranten
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ama·ran·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | amaranten | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de amaranten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord amarant
- meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) een geslacht Lagonosticta van zangvogels uit de familie prachtvinken (Estrildidae )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] larvenamarant
- [2] bleekbekamarant, bruine amarant, Brunels amarant, donkerrode amarant, kuli-koro-amarant, rotsamarant, roze amarant, stippelamarant, vuurvink, zwartbuikamarant
Afgeleide begrippen
- amarante, amarantenfamilie, amarantensteilneus, amarantfluweel, amaranthout, amarantkleur, amarantkleurig, amarantlak, amarantmeel, amarantwants, amarantwantsen, amarantzaad
Gangbaarheid
- Het woord amaranten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "amaranten" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Zangvogels in het Nederlands
- Vogels in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 63 %
- Prevalentie Vlaanderen 62 %