alver
Uiterlijk
- al·ver
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alver | alvers |
verkleinwoord | alvertje | alvertjes |
de alver m
- (straalvinnigen) bepaalde, tot de karperachtigen behorende soort vis Alburnus alburnus
- eigenlijke karpers, karperachtigen, meervallen en karperachtigen, beenvissen, straalvinnigen, beenvisachtigen, chordadieren, dieren
1.
- Het woord alver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alver" herkend door:
20 % | van de Nederlanders; |
30 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ alver op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 5
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Straalvinnigen in het Nederlands
- Vissen in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 20 %
- Prevalentie Vlaanderen 30 %