altruïste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·truïs·te, al·tru·is·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | altruïste | altruïstes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de altruïste v
- vrouw die helpt zonder eigen voordeel
- „Ik ben nog jong. Ik kan nog niet alleen aan geld denken. Ik kan mijn werk er niet aan geven, daarvoor geeft het nog te veel morele bevrediging en ik heb enig perspectief."
„Honderd roebel per maand méér, dat is je perspectief", smaalt haar man. Met gespeelde wanhoop: „Ik ben met een altruïste getrouwd." [1]
- „Ik ben nog jong. Ik kan nog niet alleen aan geld denken. Ik kan mijn werk er niet aan geven, daarvoor geeft het nog te veel morele bevrediging en ik heb enig perspectief."
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'altruïste' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Lange, V. de"Arts in Moskou: veertien gulden per maand" in: Trouw jrg. 50 nr. 14588 (12 mei 1992); p. 1 kol. 5; geraadpleegd 2018-09-22
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -e in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal