altruïsme

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·tru·is·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onbaatzuchtigheid’ voor het eerst aangetroffen in 1898 [1]
  • afgeleid van het Latijnse alter met het achtervoegsel -isme [2][2]
enkelvoud meervoud
naamwoord altruïsme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het altruïsmeo

  1. levenshouding van iemand die zijn handelwijze laat bepalen door de belangen van anderen
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen