altaiberghoen

Nederlands

Illustratie met twee Altaiberghoenders.

Uitspraak

• Geluid:  altaiberghoen    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• al·tai·berg·hoen

Woordherkomst en -opbouw

• geoniem, samenstelling van  Altai en "gebergte, volk en autonome republiek in Rusland "  en  berghoen zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	altaiberghoen	altaiberghoenderen altaiberghoenders altaiberghoenen
verkleinwoord	altaiberghoendertje altaiberghoentje	altaiberghoendertjes altaiberghoentjes

Zelfstandig naamwoord

het altaiberghoen o

1. (hoendervogels) Tetraogallus altaicus  een vogel uit de familie der fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd in 1836 door Friedrich-August von Gebler

Hyperoniemen

• fazantachtigen, hoendervogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'altaiberghoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.