alszaak

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • als·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alszaak
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de alszaakv / m

  1. ophef over een mogelijke taalkundige goedkeuring van de constructie 'groter als' terwijl alleen 'groter dan' en 'even groot als' grammaticaal correct zijn

Gangbaarheid