alpenbes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • al·pen·bes
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alpenbes alpenbessen
verkleinwoord alpenbesje alpenbesjes

Zelfstandig naamwoord

alpenbes

  1. (bloemplanten) Ribes alpinum op Wikispecies een struik, die behoort tot de ribesfamilie (Grossulariaceae op Wikispecies). De alpenbes komt van nature voor in Eurazië en wordt ook in de siertuin gebruikt. Er zijn verschillende cultivars verkrijgbaar. De struik wordt 0,6-1,5 m hoog. De gladde schors is lichtgrijs en wordt op latere leeftijd schilferig en bruinachtig grijs
  2. (fruit) rode bes van deze struik, die eetbaar is en een flauwe, zoete smaak heeft
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie