almaar
Uiterlijk
- al·maar
- samenstelling van al en maar
almaar
- bij voortduring en herhaling
- Hij heeft het almaar over zijn ex-vrouw. Zouden ze weer iets hebben?
- Het woord almaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "almaar" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be