alma mater
Uiterlijk

- Geluid: alma mater (hulp, bestand)
- al·ma ma·ter
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alma mater | alma maters |
verkleinwoord |
de alma mater v
- de milde voedstermoeder
- (figuurlijk) erenaam voor een universiteit
- ▸ En dat van Ockje Tellegen: "Mijn broer Jan-Willem is ruim een week geleden op de IC van het LUMC beland met het coronavirus. Na een aantal bange dagen aan de beademing ademt hij inmiddels alweer zelf en herstelt hij gelukkig snel. Datzelfde LUMC waar Jan-Willem zo ontzettend goed verzorgd is, doet dit belangrijke onderzoek. Als oud Leids student ben ik extra trots op "mijn" Alma Mater dat zij dit belangrijke initiatief onder leiding van Eric Snijder is gestart. Wake up to Corona!"[1]
- Het woord alma mater staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Doneren omdat vakantie niet doorgaat: ruim half miljoen voor corona-onderzoek” (dinsdag 14 april 2020, 06:42), NOS