allenig
Uiterlijk
- al·le·nig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | allenig | alleniger | allenigst |
verbogen | allenige | allenigere | allenigste |
partitief | allenigs | allenigers | - |
allenig [1]
- Dit woord is volgens de woordenboeken uitsluitend predicatief en onverbuigbaar maar in de praktijk ziet men dat ook 'het allenige meisje' dan wel 'de allenige jongen' etc. in zinnen wordt gebruikt
- Het woord allenig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.