alleenverkoop
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: alleenverkoop (hulp, bestand)
- IPA: / ɑˈlenvɛrkop / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- al·leen·ver·koop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alleenverkoop | alleenverkopen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de alleenverkoop m
- (economie) het recht om als enige in een bepaald gebied een bepaald product te verkopen
- ▸ Modehuizen met het recht op de alleenverkoop van exquise Italiaanse merken, ja ja, maar om binnen te komen moet je soms om de rekken met uitverkoopgoed heen lopen.[3]
- ▸ De Belgische wet - waarvan we hier de hoofdlijnen aangeven - gaat bijzonder ver in het beschermen van concessiehouders indien er een concessie van alleenverkoop voor onbepaalde duur voorligt. De vergoedingen die worden toegekend aan de concessiehouder liggen, voorzover het niet gaat om een beëindiging om een „dringende reden”, zeer hoog. En dat wordt door concessiegevers meer dan eens vergeten. Zeker als het buitenlandse bedrijven zijn.[4]
Synoniemen
Vertalingen
1. het recht om als enige in een bepaald gebied een bepaald product te verkopen
Gangbaarheid
- Het woord alleenverkoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ alleenverkoop op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij , ISBN 9789023479925
- ↑ Weblink bron Jan Roodhooft“JURIDISCHE KRONIEK. Het beëindigen van een concessie: een dure grap?” (01/02/2005), De Standaard
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 13
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Economie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal