alleenstaand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·leen·staand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van alleen en staand
stellend | |
---|---|
onverbogen | alleenstaand |
verbogen | alleenstaande |
partitief | alleenstaands |
Bijvoeglijk naamwoord
alleenstaand
- zonder partner of gezin
- Zij was een alleenstaande vrouw.
Gangbaarheid
- Het woord alleenstaand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "alleenstaand" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be