Naar inhoud springen

aldra

Uit WikiWoordenboek
  • al·dra

aldra [2]

  1. (formeel) spoedig, weldra, aanstonds
     Als hij in de hoofdstad kwam, stapte hij uit het rijtuig en liep door de straten, in de hoop dat ze hem voor een man uit het volk zouden houden, maar dat deed hij op de een of ander manier zo in het oog lopend dat de meesten in hem een hoog persoon vermoedden, en daar het bekend was dat mijn broer op bezoek was en dat hij een eenvoudig man was die liever niet herkend wilde worden, ontdekte men aldra zijn identiteit.[3]


38 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[4]
  1. aldra op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Victoria Holt
    “Bekentenissen van een koningin” (1968), Saga, ISBN 9788726484847
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be