alcoholica
Uiterlijk
- Geluid: alcoholica (hulp, bestand)
- al·co·ho·li·ca
- alleen meervoud, van het modern Latijn alcoholica, in de betekenis van ‘alcoholische dranken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1922 [1]
- afgeleid van alcohol met het achtervoegsel -a [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | alcoholica |
verkleinwoord | - | - |
- Het woord alcoholica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ "alcoholica" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ alcoholica op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).