aka's

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aka's
Woordherkomst en -opbouw
  •  aka zn  met de uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de aka'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aka
     Al snel wordt het heel landelijk, met verrassend veel aka’s (broertjes van de valk).[1]
     Pseudo’s, aka’s en artiestennamen ondergaan, juist onder invloed van het hijgerige bumperkleven op de digitale snelweg (Youtube, Twitter), een enorme toename in tal en taal.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 mei 2021 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Leonoor Wagenaar
    “Mi Gudu, wat een reis!” (2 januari 2007) op parbode.com
  2. Bronlink geraadpleegd op 8 mei 2021 Weblink bron Gearchiveerde versie
    Qwartje
    “Waarom was Klaas Sant ‘Pim de Gluiper’ en noemden ze Nico Verbeek ‘De Brulaap’?” (25 maart 2011) op hoornradio.nl