airhostess

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

airhostess
Uitspraak
Woordafbreking
  • air·hos·tess
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord airhostess airhostessen
airhostesses
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de airhostessv

  1. (beroep) vrouw die beroepsmatig passagiers in een vliegtuig, schip, bus of trein verzorgt, vrouwelijke vorm van steward
    • Het vreugdevolle avonturisme van de pioniersjaren spat van bijna elke foto die uitgeverij Lido mij bezorgt, met de vraag een inleiding bij de collectie te schrijven. Het zijn oude foto’s uit privécollecties, genomen door Sabena-piloten en ingeplakt en van keurig getypte of tussen potloodlijntjes geschreven uitleg voorzien door zorgzame airhostessen. [1] 
    • Pitcairn is een voormalig piloot met meer dan 24.000 vlieguren op de teller. Hij is, naast zijn sportieve prestaties, ook bekend omdat hij ooit een kaping kon beëindigen. Een man had op een vlucht tussen Winnipeg en Edmonton, waarvan Pitcairn piloot was, een airhostess met een mes gegijzeld en eiste dat het vliegtuig, met 120 mensen aan boord, koers naar Cyprus zou zetten. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

72 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. NRC Annelies Verbeke 2 maart 2011 Foto's van Sabena in Congo
  2. De Standaard 10/04/2018 http://www.standaard.be/cnt/dmf20180410_03455497
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be